
OVER ONS
Roel & Marjolein Kamman
België
info@sharptails.nl
Hoe staat het ervoor met de toekomst van de (Britse) Staande hond in Nederland?
Niet zo heel erg best, dat is ons allemaal wel duidelijk. Nederland verstedelijkt meer en meer. De overheid wil zoveel mogelijk boeren het leven zuur maken onder het mom van het stikstofprobleem, maar minder boeren is ook wel vreselijk makkelijk omdat er huizen en wegen bij moeten komen.
Boeren moeten hard werken voor hun centen, dank daarvoor aan de grote supermarktketens die ze uitmelken. De opbrengst moet zo groot mogelijk zijn en om dit te bereiken moet er regelmatig gespoten worden met bestrijdingsmiddelen. Als ik dat bij mijn buurman bekijk, gaat dit bij weer en wind en pakt hij ook lekker de sloot mee. Dit resulteert vervolgens in vervuiling van het oppervlaktewater. En je kunt mij niet wijsmaken dat de vogels waarop wij wedstrijden hier geen last van hebben. Een ander gevolg hiervan is dat er steeds minder insecten zijn. Heel fijn voor de voorruit van de auto, maar ze zijn broodnodig voor de kuikens waarop wij het seizoen erna weer willen wedstrijden. En als alle gewassen dan geoogst zijn, liggen er alleen nog maar grote plakken omgeploegde akkers. En dat is vervolgens weer tafeltje dekje voor de vos en de roofvogels.
Ik ben echt super blij met alle initiatieven die er zijn om de vogels meer kans op overleven te geven, maar ik denk dat er meer jagers, boeren en misschien ook wel voorjagers hun handen uit de mouwen moeten steken voor het behoud van onze fazanten en patrijzen. Want alle werk wat er gedaan wordt, heeft wel degelijk effect!!!!!!
Het is wel duidelijk dat ik de toekomst van de Nederlandse veldwedstrijden somber inzie. Gelukkig kunnen we nog vrij gemakkelijk uitwijken naar het buitenland, maar voor hoelang nog? Ook daar zie je steeds minder wild en hoor je steeds meer mensen klagen. Het zijn de plekken waar nog niet of nauwelijks EU-geld heen gaat, waar de toekomst van het veldwerk ligt. Als je door dat soort landen rijdt, zit je voorruit dus wel vol met insecten lijken en heeft iedere hond in zijn loop een kans op wild.
Hoewel ik me zorgen maak om de wildstand in Nederland, maak ik me nog veel meer zorgen om iets anders, iets veel groters.
Zaterdag 11 september van dit jaar hadden we de jaarlijkse wedstrijd van de VES/Vereniging Engelse Setter (i.s.m. de Gordon Setter Vereniging Nederland). We waren zoals altijd welkom in de velden van Koos Poortvliet. En daar was de fazantenstand enorm goed. Er staan bloemenranden, er is volop dekking, echt een paradijs voor de vogels. Je zou dus kunnen aannemen dat we aan het einde van de dag een prachtige lijst met kwalificaties zouden kunnen publiceren. Niets is minder waar helaas. Van de 2 groepen honden (jeugd en koppel) is er “wel” 1 kwalificatie gelopen.
En waarom?
Dit is maar een kleine opsomming van alle redenen waarom er zo weinig mooie kwalificaties gelopen worden in Nederland.
Als we nu eens beginnen te kijken naar wat het AVR zegt over de doelstellingen van de veldwedstrijden:
HOOFDSTUK II DEFINITIE EN DOELSTELLING VAN VELDWEDSTRIJDEN
Artikel II.1 Een veldwedstrijd is een wedstrijd, waarop jachthonden in het vrije veld, jagend vóór en of ná het schot, op levend of pas geschoten wild, worden beoordeeld naar de mate waarin zij effectief, op raseigen wijze en in samenwerking met hun voorjager werken.
Artikel II.2 Veldwedstrijden hebben in eerste instantie ten doel: a. het beoordelen van de kwaliteit van het geleverde werk van de deelnemende honden; b. het in wedstrijdverband vergelijken van de geleverde prestaties van de deelnemende honden.
Artikel II.3 Het uiteindelijke doel van de veldwedstrijden is de selectie van zo geschikt mogelijk fokmateriaal teneinde aldus een bijdrage te leveren aan het verantwoord fokken van voor het werk geschikte jachthonden waardoor het gebruik van goede honden en daarmee de weidelijkheid ter jacht worden bevorderd en waardoor het raseigen karakter van de verschillende jachthondenrassen in stand wordt gehouden.
Wat hierin met name naar voren komt, is dat de doelstelling moet zijn om goede jachthonden te fokken die in hun raseigen stijl jagen. En dat is direct al de vinger op de zere plek.
Dat nog maar weinig voorjagers tegenwoordig een jachtakte hebben, is helemaal geen probleem. Wat wel een probleem is, is dat veel voorjagers ook weinig kennis hebben van de jacht. Je ziet dit direct terug bij de inzet van hun hond. Dat mooie randje blijft liggen, de ruige slootkant wordt niet meegenomen, dat stuk tegen de boerderij aan blijft links liggen.
En als je dan in zo’n enorme plak hoge bieten loopt, moet je begrijpen dat je hond keihard moet jagen om aan dat wild te komen. Als er geen druk op zit en de dus hond niet tot staan kan komen, dit niet per se dat er geen wild zit. Als de keurmeesters later zeggen wel wild gezien te hebben, betekent het dus gewoon dat je het weg hebt laten lopen.
Als je als voorjager al niet voldoende verstand van de jacht hebt, dan lijkt het mij toch ook wel heel erg lastig om voor de jacht te blijven fokken. Je moet wel weten waarop je moet selecteren namelijk.
En daarmee komen we direct op het volgende punt. De stijl van een ras. Dat is volgens mij echt een onderschoven kindje in Nederland. En zeker niet alleen bij de voorjagers zelf, ook bij een aantal keurmeesters. Maar het begint uiteraard bij de voorjagers zelf.
Nu is het begrip stijl behoorlijk abstract. Beauty is in the eye of the beholder, een gezegde wat hier ook van toepassing is. Daarnaast is stijl onderhevig aan mode. Maar in grote lijnen moeten we toch wel weten hoe ons ras in stijl hoort te jagen. En als er keurmeesters zijn die op- of aanmerkingen hebben op de stijl van je hond, probeer ervan te leren, er iets mee te doen. Want alleen als je het begrip stijl goed begrijpt, kun je het toepassen in de fokkerij. En soms moet je dan besluiten om sommige honden gewoon niet te gebruiken in de fokkerij, hoe moeilijk dit soms ook is.
Helaas lopen er ook honden mee die wat kwaliteit betreft echt niet mee kunnen komen. Soms omdat er gewoon niet meer inzit. Soms omdat er door trainingsfouten dingen stuk zijn gegaan. En soms omdat de voorjager de hond gewoon niet voldoende kan ondersteunen en de hond er volledig verloren bijloopt en dus maar wat doet.
Ik denk dat de vele trainingen die her en der gegeven worden onderdeel zijn van dit probleem. Ik vind het echt geweldig dat de kans geboden wordt, begrijp me niet verkeerd. En ik weet dat mensen zich niet gemakkelijk wat laten zeggen tegenwoordig, maar zeg het gewoon eerlijk als mensen misschien beter een andere hobby kunnen zoeken.
En zo ook de keurmeesters. We kennen ze allemaal, die keurmeesters die vrij makkelijk EV’s uitdelen. Toevalligerwijs vaak aan leuk uitziende dames. Terwijl een EV gegeven zou moeten worden aan honden die, om welke reden dan ook, niet voor een kwalificatie in aanmerking komen doch die, ter stimulering of ter waardering eervol vermeld kunnen worden.
Op het moment dat je je hond inschrijft voor een wedstrijd, moet je er helemaal klaar voor zijn in mijn optiek. Je moet klaar zijn om die U te lopen. Als dit er nog niet in zit, wacht dan. Neem niet de plaats in van die voorjager en zijn hond die dit wel kunnen. Laat zeker niet een slechte eerste indruk achter bij de keurmeesters.
Want als je die U niet kunt lopen, is er gewoon te veel wat niet klopt tijdens een loop.
En als dit structureel is, dan heb je echt een probleem. Helaas zien veel voorjagers dit absoluut niet als een probleem. Je haalt gewoon de standaard wat omlaag, problem solved.
“Je kunt hem maar hebben” fluisterde iemand eens op een JWR-vergadering toen het over de vele EV’s ging die uitgedeeld werden. Als dit nu je standaard is geworden, hoe kun je dan ooit verder komen? Als je het mij vraagt, zou ik ervoor pleiten om die EV’s en G’tjes niet meer uit te delen. Alleen al om de standaard te verhogen. In het buitenland kennen ze sowieso de EV niet en G’tjes worden niet veel uitgedeeld.
Als je je standard zou willen verhogen, zou het heel goed zijn om eens naar het buitenland te gaan. In Frankrijk bijvoorbeeld lopen vreselijk veel honden mee in de wedstrijd. Daar moet je dus echt laten zien wat je waard bent, anders ga je met lege handen naar huis.
Op die manier ga je vanzelf je standaard verhogen, harder trainen om mee te kunnen doen en beter fokken, want met een goede fokkerij staat of valt alles.
Om het niveau in Nederland omhoog te halen, moeten we aan de bak. Er gaan te veel dingen fout, er zijn te veel honden en voorjagers die maar wat doen. De kwaliteit is er vaak niet.
Vergeet niet dat we met de wedstrijden een selectie maken voor het fokmateriaal voor de toekomst. En vergeet ook niet dat we wel afhankelijk zijn van een groot aantal mensen om überhaupt te kunnen blijven wedstrijden. Wat als de keurmeesters niet meer willen komen omdat ze geen zin meer hebben om achter slechte honden aan te lopen. Wat als de organisatoren er de brui aan geven omdat er toch niemand meer serieus instapt. En wat als de gastheren/gastvrouwen er op een gegeven moment klaar mee zijn? Ze steken vreselijk veel tijd in de voorbereiding. Ze zijn al dagen van tevoren bezig om hun veld te verkennen zodat we allemaal goede kansen krijgen. En als er dan weer een groep mensen komt die er met de pet naar gooit, mensen die lachend het veld uitkomen als hun hond weer eens uit de hand is….. Ik kan me zo goed voorstellen dat ze er op een gegeven moment klaar mee zijn. En dan is het voorbij met het buitenspelen.
Zorg dat de honden van niveau zijn, zorg dat ze goed afgericht zijn en zorg dat je de regels van het spelletje kent, ook van de koppel. Kijk eens rond. Er worden genoeg instructiedagen georganiseerd voor het lopen van koppelwedstrijden. Er worden overal volop trainingen gegeven waar je je hond kunt staven aan de standaard van de wedstrijden. Er lopen zat mensen rond die je een handje willen helpen als het even niet wil. Kijk eens over de grens. Kijk eens op YouTube naar de video’s van de ENCI. Daar zie je allemaal profs, alleen al van het kijken naar deze video’s leer je.
Er moet wat veranderen in Nederland, anders heeft rubriek IA straks ook te maken met overinschrijvingen en moeten soms de beste honden thuisblijven omdat ze uitgeloot worden. De kwaliteit moet omhoog en laten we daar hard voor aan het werk gaan. Als je er zelf niet uitkomt, vraag dan hulp aan mensen die het wel voor elkaar krijgen. Stuur je hond desnoods naar een prof die het probleem voor je oplost. Want maar aan blijven modderen brengt helemaal niets. De plekken op de wedstrijden worden schaarser, we moeten dus gewoon nog meer ons best gaan doen om die plekken te vullen met honden die de wedstrijd kunnen winnen. Ga niet voor minder!!!!